Maak een waterreservoir

Bij lange droogteperiodes moeten we de plantjes in onze tuin extra water geven. Wil je wat zuiniger met water omspringen, dan kan je een waterreservoir maken ofwel een olla. In de droge grond geeft de olla langzaam water af en houdt de grond goed vochtig.

Hoe werkt dit?

De wanden van de olla zijn poreus: via kleine onzichtbare gaatjes in de wand komt het water tot bij de wortels van de plant. Zo krijgen je water zonder dagelijks te moeten gieten.

Wat heb je nodig?

  • 2 ongeglazuurde terracotta potjes
  • Een muntstuk of steentje ter grootte van het gaatje van de pot
  • Sterke waterbestendige lijm
  • 1 dikke platte steen of een paar dikke boeken

Hoe ga je te werk?

  • Stap 1: Neem een eerste potje en doe lijm rond de opening langs de buitenkant. Doe ook lijm op het muntstuk of steentje.
 
  • Stap 2: Plak het muntstuk of steentje op de opening.
 
  • Stap 3: Doe nog extra lijm over het muntstuk of steentje.
 
  • Stap 4: Neem de andere terracottapot. Breng de lijm aan op de volledig grote bovenrand van de pot.
 
  • Stap 5: Plaats de pot omgekeerd op de andere pot. Doe nog een extra laagje lijm waar de twee potten mekaar raken aan de buitenkant. Laat het nu drogen. Het kan enkele uren duren.
 
  • Stap 6: Als de olla volledig droog is, graaf je deze in tussen de planten in de grond of de bloembak. Laat wel een klein stukje van de bovenste pot uitsteken.
 
  • Stap 7: Vul de olla volledig met water. Nu is je plant voor enkele dagen goed voorzien aan water!
Schermafbeelding 2023-08-14 134959

We spelen in op drie grote thema’s:

Maand 1:
Onthard

In Vlaanderen is ongeveer 16% van de totale oppervlakte afgedekt of verhard. Zowel verdroging als wateroverlast treden dan op als gekende gevolgen. 

Maand 2:
Infiltreer

De infiltratie van water is noodzakelijk om onze grondwaterreserves aan te vullen, maar dat is niet vanzelfsprekend in verharde regio’s zoals Vlaanderen.

Maand 3:
wateropvang

Bij extreme regenval raakt het riool overbelast. Straten staan bijgevolg onder water. Wateropvang wordt daarom belangrijker!